Lara Oude Alink (GroenLinks Rijswijk) beschouwt de begroting Rijswijks college
Tijdens de raadsvergadering van dinsdag heeft Lara Oude Alink als raadslid van GroenLinks haar licht laten schijnen over de voorgestelde begrotingsplannen van het Rijswijk College.
“Voorzitter,
Gezonde Groei is de titel van het coalitieakkoord waarvoor GroenLinks vorig jaar heeft getekend.
Die slogan is voor ons geen loos ideaal maar geeft voor ons aan welke kant onze stad uit moet gaan. We hebben immers te maken met een fikse groei van het aantal inwoners en dat willen we hand in hand laten gaan met kwaliteit: leefbaar en toekomstbestendig. Dat is een hele uitdaging in een tijd met krappe budgetten en opgaven die steeds lastiger worden. GroenLinks bekijkt deze begroting op drie manieren:
- Hoe kunnen we gezond groeien: meer inwoners, maar ook meer kwaliteit in de stad?
- Hoe kunnen we mensen vooruit helpen?
- Hoe betalen we onze rekeningen als stad?
Ten eerste de gezonde groei! Rijswijk groeit snel. Meer mensen weten onze stad te vinden en bouwen hier aan hun toekomst. We zien op veel plekken de bouwkranen in actie en er is veel bouwactiviteit in onze buurgemeenten. Maar tegelijkertijd hebben we ook te maken met een snel veranderend klimaat. Duurzaamheid en groen zijn géén leuke extraatjes, maar zijn een voorwaarde voor een leefbare toekomst en vormen de basis voor een gezond en gelukkig bestaan.
Eén van de pijlers uit het coalitieakkoord is een groene stad. In elke wijk plek voor groen, en het versterken van de ecologische zones en parken.
Daar hadden wij als GroenLinks uiteraard ook achter gestaan als de situatie minder nijpend was. Maar helaas is groen in de stad een noodzaak geworden. Het is makkelijk om te zeggen: bomen horen in het bos! In een wereld waar bossen in rap tempo verdwijnen, wordt dat een heel lege uitspraak. Wij hebben groen nodig, niet alleen voor een mooie stad en niet alleen voor de recreatie. Wij hebben groen nodig voor het leefbaar houden van de stedelijke omgeving. Voor de opvang van zware regenbuien, voor het verkoelen in hete zomers, en voor de opvang van CO2. En in een groeiende stad hebben wij er vooral méér van nodig.
In vorige collegeperiodes is een achterstand ontstaan, die moet worden ingelopen. Daar is het college goed mee aan de slag gegaan. We zien dat onze parken en landgoederen worden opgeknapt met de aandacht die zij verdienen. En dat is hard nodig, als wij de stad de komende jaren gezond willen houden, met onze nieuwe wijken en nieuwe inwoners. Want bij een grote bouwambitie hoort ook een stevige vergroeningsambitie.
Wij staan dan ook achter de plannen om ons groen te versterken en met elkaar te verbinden. De bos- en parkloper is voor ons één van de bouwstenen voor een leefbaar Pasgeld. Het hoort bij de al lang gewenste verbinding tussen groene zones in onze stad. Met de Bos- en parkloper maken we een deel van de groene ambities rondom Pasgeld concreet. Voor ons is dit plan een goede stap naar een gezonde nieuwe wijk. En ook voor de hele gemeente zal deze versterking van de groene longen in de toekomst van belang zijn.
De landelijke overheid vraagt in campagnes of inwoners meer willen doen voor het klimaat. Dat houdt in dat wij met ons allen vaker moeten fietsen, minder spullen moeten kopen en minder energie moeten gebruiken. Op deze manier leveren wij een bijdrage aan een beter milieu. Maar als overheid moeten we ook eerlijk zijn: het individu is niet degene met de grootste impact. Dit college begrijpt de rol die zij in dit proces hebben.
De overgang naar schone energie, dicht bij huis geproduceerd, begint op gang te komen. En we houden steeds meer rekening met extreem weer bij het inrichten van de stad. Dat geeft ons vertrouwen. Er is veel te doen, maar we zijn onderweg naar gezonde groei.
We hebben als gemeente ook te zorgen voor mensen. Dat begint met een betaalbaar en goed dak boven je hoofd. Wonen is geen winstproduct maar een grondrecht! We zien dat de gemeente hierin goede stappen maakt: we pakken misstanden aan en zorgen voor een betaalbaar aanbod, juist ook voor mensen met een krappe portemonnee. We hebben het weer over volkshuisvesting in plaats van over de woningmarkt. En bij een sociale stad hoort ook dat we investeren in mensen: in het voorkomen van armoede, het ondersteunen van onze jeugd en mensen bewegen richting goed betaald werk. In deze begroting worden daartoe ook prima stappen gezet. Vertrouwen geven aan mensen helpt beter dan controledrang. Wij zien dat er in het sociaal domein wordt gedacht vanuit de inwoner. Dat er echt wordt gekeken naar wat iemand nodig heeft om goed mee te kunnen komen. Want dat weet de inwoner het beste zelf. Er is veel tijd besteed aan contact leggen met de inwoners. Dit werkt! Er zijn veel mensen ondersteund bij het vinden van een baan of een andere, nuttige plaats in de samenleving. En voor dat beleid is moed nodig. De moed om te investeren in de inwoner en verder te kijken dan wat we gewend zijn.
Deze manier van kijken is wat ons betreft essentieel voor het vertrouwen in de overheid: namelijk het geven van vertrouwen aan de inwoner. Daarom dienen wij graag de motie van de PvdA mede in, waarin wij oproepen tot meer ruimte voor mensen in de bijstand om ondersteuning vanuit hun netwerk te ontvangen.
Maar de vraag blijft wél: hebben we straks wel voldoende voorzieningen in de stad en de regio? Vind bijvoorbeeld maar eens een huisarts in de buurt. Met een snel ouder wordende bevolking worden voorzieningen in de buurt steeds belangrijker. GroenLinks blijft zorgen houden over de beschikbaarheid van een breed aanbod aan voorzieningen, juist in de gebieden waarin veel woningbouw plaatsvindt.
Tenslotte: hoe betalen we voor gezonde groei? Het is uniek dat we een niet-sluitende begroting krijgen voorgelegd. Maar eigenlijk kan het niet anders: het Rijk ziet gemeenten te veel als een uitvoeringsloket en geeft daarbij veel te weinig geld mee. Met deze niet sluitende begroting voor de jaren die ons te wachten staan geven we een duidelijk signaal af richting de landelijke overheid. GroenLinks steunt van harte dat wij op deze manier van ons laten horen.
Wij kunnen niet als stad, in ons eentje, opvangen wat wij niet gecompenseerd krijgen vanuit het Rijk. Ook kan jarenlang landelijk bezuinigingsbeleid op sommige terreinen niet door ons goed worden gemaakt. Maar wij zien wel dat er tegelijkertijd heel hard wordt gewerkt om de tekorten zo goed mogelijk op te vangen. Wat we kúnnen doen, dat doen we ook.
De discussie zou niet alleen moeten gaan over budget vanuit het Rijk maar ook over minder regels en meer eigen belastingruimte voor gemeenten. Voor GroenLinks staat voorop dat we nu niet in paniek op de rem moeten trappen. Investeren in gezonde groei betaalt zich later terug. En tegelijkertijd kunnen we ook de hand in eigen boezem steken door dingen slimmer te organiseren met onze buren, in de regio of zelfs landelijk. Want hoe staat het eigenlijk met het onderzoek naar het regionaal organiseren van belastingheffing? En kunnen we taken in onze bedrijfsvoering niet veel beter met buurgemeenten oppakken? En hoe staat het met het slimmer inspelen op subsidie- en cofinancieringskansen? Een andere kritische noot is dat we onszelf soms ook arm maken door bijvoorbeeld niet te sparen voor noodzakelijke investeringen.
Tijdens het vorige begrotingsdebat, en tijdens het kaderdebat, hebben wij in samenwerking met andere partijen moties ingediend. Moties waarvan de uitvoering nu op gang komt. Voorbeelden zijn de visie op volkshuisvesting, de monitor duurzaamheid en de pandbrigade. Deze initiatieven kunnen volgens ons écht verschil maken. Met een heldere visie op volkshuisvesting kunnen wij de ambities uit het coalitieakkoord waarmaken. We creëren inzicht in onze acties op het gebied van duurzaamheid. We investeren in preventie als het gaat om toezicht op wonen- en daarmee gaan veel schrijnende situaties en maatschappelijke kosten voorkomen worden.
Dit zijn bij uitstek moties die tijd nodig hebben. Wij willen het college deze tijd geven, en zullen daarom tijdens dit begrotingsdebat niet met nieuwe initiatieven komen. In plaats daarvan kijken wij met vertrouwen uit naar de eerste resultaten.
Wij zeggen tegen het college: ga door op de ingeslagen weg.
De volkshuisvesting, de handhaving op wonen, investeren in ons groen, onze inwoners en jeugd ondersteunen, onze leefomgeving klimaatbestendig maken- het zijn allemaal dingen die heel hard nodig zijn, maar ook dingen die tijd nodig hebben. GroenLinks kiest altijd voor de langere termijn, niet voor de snelle, eenvoudige oplossingen. En het mág iets kosten. Wat werkelijk belangrijk is: een groene, leefbare stad en een veilige, eerlijke samenleving die klaar is voor de toekomst, dat valt niet in een simpel kostenplaatje uit te drukken. Daar is daadkracht voor nodig, en vasthoudendheid.
Alles dat je aandacht geeft, groeit. Maar alles dat groeit, heeft ook aandacht nodig.