Gemeente laat deel aflossing lening Museum Rijswijk eenmalig vervallen
De gemeente Rijswijk heeft de aflossing van de afgesloten geldlening in 2023 aan Museum Rijswijk eenmalig laten vervallen.
Het Museum Rijswijk heeft van de gemeente Rijswijk drie leningen verstrekt gekregen van in totaal € 751.000. Het museum betaalt jaarlijks rente en lost de lening af in jaarlijkse termijnen, voor het eerst op 31 december 2022. Voor 2022 ging het om € 20.000, hetgeen is afgelost. Voor de jaren 2023 tot en met 2048 gaat het jaarlijks om € 29.240.
Tot op heden is er € 616.537 van de lening opgenomen. Het openstaande saldo van de lening is € 596.537. Er is ook een openstaande renteverplichting ter hoogte van € 35.683. De rente in de jaren 2019 tot en met 2022 is door de gemeente nog niet belast. Hiervoor biedt de gemeente een betalingsregeling aan die in de komende jaren moet worden voldoen. Het museum heeft nog steeds te maken met de maatregelen tijdens Covid-19, de doorwerking erna en de stijgende lasten sinds halverwege 2022.
Fondsen
Museum Rijswijk heeft aangegeven dat het hen in 2023 minder gelukt is, dan in vorige jaren en ten opzichte van de begroting, om fondsen te werven en sponsoring te verkrijgen. Het museum heeft dit jaar te maken gehad met CAO loonsverhogingen en prijsstijgingen en was er sprake van een aantal incidentele tegenvallers. Er wordt eind 2023 een klein resultaat verwacht, onvoldoende om dit jaar te kunnen aflossen volgens afspraak. De gemeente ziet wij dat het museum op de goede weg is. Er wordt gehandeld in lijn met het toekomstperspectief dat ten tijde van de lening werd opgesteld.
Het publieksbezoek is sinds de tweede helft van 2022 weer terug op het niveau van net voor de coronacrisis. Er wordt lokaal samengewerkt met onder meer de andere grote culturele instellingen en Welzijn Rijswijk. En scholen uit Rijswijk en Den Haag nemen deel aan het educatieprogramma.
Aflossing
Het aflossingsschema is gebaseerd op de in de geldlening genoemde hoofdsom van € 751.000, terwijl er in werkelijkheid minder is en zal worden opgenomen. Dit komt doordat er in de periode 2018-2020 voor het dekken van de gerealiseerde exploitatietekorten voor € 88.573 aan leningdelen is verstrekt, terwijl in de geldlening voor dit onderdeel als maximaal bedrag € 133.000 was opgenomen.
De exploitatietekorten waren in die jaren lager dan rekening mee gehouden en het museum maakte geen aanspraak op het leningdeel ter hoogte van het exploitatietekort 2020. Daarnaast is er binnen de geldlening nog een bedrag van ten hoogste € 90.000 gereserveerd voor toekomstig groot onderhoud. Hierover is de gemeente in gesprek met het museum, dat werkt aan een meerjarenonderhoudsplan. De gemeente verwacht begin 2024 meer duidelijkheid in hoeveel er opgenomen zal worden. Het niet volledig aanwenden van de hoofdsom van de geldlening biedt de mogelijkheid om incidenteel een aflossingstermijn te schrappen. De schuld aan e gemeente blijft dezelfde. De gemeente gaat ervan uit dat het museum dit jaar wel de rente, ter hoogte van € 8.949, betaalt.
In de begroting van het museum voor 2024 wordt uitgegaan van de jaarlijkse aflossing alsmede de te betalen rente. De voortgang wordt door de gemeente kritisch gevolgd.