Rijswijker Hans Bronkhorst: ‘Een Haags jongetje’

Op 14 februari plaatste deze site een video met Hans Bronkhorst, woonachtig in RijswijkBuiten. Behalve voor zijn vrouw toont hij ook de liefde voor wat in de jaren 60 en 70 een begrip was bij de jeugd: DE PUCH. Hans heeft vele mooie verhalen, hieronder een dat velen bekend zal voorkomen.

Eindelijk 16

23 mei 1964 eindelijk 16 jaar en ik dacht het gehoord te hebben van mijn ouders: “Een Puch voor die jongen zijn verjaardag”. Ik kon de nacht daarvoor niet slapen van de opwinding. Een echte Puch, zwart zoals het hoort voor een Haagse jongen, hoog stuur en een doorgeslagen potje. Ik moest natuurlijk ook de goede schoenen erbij, Clarks, en een PTT-cape hoorde bij de verplichte kleding als je bij de goede groep wilde horen. In mijn geval dus de kikkers. Maar nee hoor, ik weet niet wat ik wel gekregen heb voor mijn verjaardag, het zullen wel sokken geweest zijn, maar geen Puch.

Zwart

Een jaar verder en na vijf weken werken in bouw had ik voldoende geld om een tweedehands Puchje te kopen. 250 gulden moest ik neerleggen. Hij had alleen de verkeerde kleur (groen), nog een handversnelling en een grote tank, wat in die tijd echt niet kon. Dus na twee weken sleutelen in de kelder stond hij er, mijn Puch, zwart als de hel en ik in de juiste kleding.

Werkschuw tuig

Mijn eerste rit was naar de Marathon bij de rolschaatsenbaan, waar op een zaterdagavond de Q65 speelde. Wat had ik het naar mijn zin. Vol van verbazing keek ik naar Willem Bieler, de zanger, en zijn lange haar. Dat wilde ik ook. “Oh nee”, zei mijn moeder toen ze hoorde van mijn plan om mijn haar te laten groeien, “werkschuw tuig” waren al diegenen waarbij het haar over de oren groeide.

Dansen bij 192

11 november 1967 dansen op de Groenmarkt bij 192. En daar stond ze, te kijken naar Robbie van Leeuwen en Shocking Blue in een kort geruit rokje. Wat zag ze er leuk uit. “Wil je dansen?”, vroeg ik haar, en gelukkig knikte ze ja. Ik heb haar op mijn tweede Puch naar huis gebracht (de eerste was gestolen). Op dat kleine Puchzitje was dat best een hele rit naar de Tubbergenstraat in Den Haag.

The Life I Live

33 jaar met Beppy, een heerlijk huwelijk en twee lieve kinderen later ben ik op weg naar de begrafenis van Willem Bieler, mijn held van de Q65. Ik ben er naartoe gegaan op een Puchje dat ik een half jaar daarvoor had gekocht, want bij mij was de Puchkoorts weer toegeslagen. Gelukkig waren er meer oude knarren net zo gek als ik, en ik zette mijn Puch naast tien andere.  

Snoeiharde muziek klonk uit de luidsprekers in de zaal vol met vijftigers, waarvan sommigen met oude koppen eruit wilden zien als achttien. Iedereen was er bij, de Haagse scene uit de jaren zestig, en na afloop geen koffie met cake maar bier uit een flesje. Ondanks dat het droevig was iemand zo jong te zien overlijden, werd het na een paar biertjes steeds gezelliger. Het kostte de kraai moeite ons na drie uur de zaal uit te krijgen. Ik wilde mijn Puch pakken om naar huis te rijden, maar de andere Puchrijders hadden een ander plan. Even een harinkie pakken bij Scheveningen om de boel goed af te sluiten. En toen ik zo door de stad scheurde, leek het of ik terug stapte in de tijd. Ik begon The life I Live te neuriën, ik was weer het Haagse jongetje.

Tekst en foto’s: Hans Bronkhorst, Rijswijk

Deze artikelen heeft u misschien gemist