‘Hendrik Tollens’ neemt zijn hoge hoed af voor Arjan Kwakernaak
Het hoogtepunt van de middag voor Arjan Kwakerknaak, conservator voor het Museum Rijswijk, was natuurlijk de uitreiking van de erespeld van de Gemeente Rijswijk door burgemeester Huri Sahin.
Maar eerder die middag staken verschillende mensen de loftrompet over de man die al 37 jaar aan Museum Rijswijk is verbonden.
Herre-Jan Venema van softwarebedrijf DEVENTit roemde voornamelijk de daadkracht van Arjan om met een vernieuwd collectiebeheerssysteem aan de slag te gaan om het erfgoed van Rijswijk zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Ook mooie woorden had hij voor de zeven vrijwilligers die na vele maanden noeste arbeid de vruchten van hun inspanningen nu konden zien. “Het resultaat is prachtig en het zorgt voor een passend afscheid van Arjan.”
Vervolgens was het aan wethouder Mark Wit om samen met Arjan Kwakernaak het (ver)nieuw(d)e portaal https://erfgoed.museumrijswijk.nl/ online te mogen zetten. “We hebben met de vrijwilligers lang gebuffeld om dit online te krijgen. Het was een gigaklus. Als ik geweten had hoeveel werk het was, was ik er niet aan begonnen. We hebben rond de tienduizend objecten in de collectie. Ze staan er zeker nog niet allemaal in. Dit is pas een begin. Er zal doorgebuffeld moeten worden.”
Jos Bolte schetste de beginperiode van Arjan bij het museum toen Jos als wethouder ook nog directeur was van het Museum Rijswijk. Hij kwam in Arjan een zeer gemotiveerde professional tegen waar hij goed mee kon samenwerken. Hij memoreerde de oprichting van het Rijswijks cultuurhistorisch Centrum dat uiteindelijk verhuisde van de Bibliotheek naar het Museum. “Arjan heeft bijgedragen aan veel nieuwe initiatieven en ook de inzet voor de jaarlijkse Open Monumentendag is groot.”
Willem van der Ende was donderdag de tweede oud-wethouder die aan het woord kwam. Hij sprak als lid van Arti-shock, een kunstenaarsgroep die vroeger tegen het establishment aanschopte. Voor langere tijd was de relatie tussen deze groep en het toen net geopende museum verre van optimaal. Het was de tijd van oud-burgemeester Boogaardt, die als een sloopkogel door de Rijswijkse porseleinkast heenvloog. “De tuin van het museum moest maar gaan dienen als parkeerplaats, want dan hoefden de bezoekers niet zo ver te lopen. De tijd dat het museum het gebouw moest delen met het consultatiebureau van het Groene Kruis.”
Een bijzonder optreden was er van de uit zijn graf herrezen Hendrik Tollens (zie hoofdfoto) die weer naar het aardse was gekomen om Arjan toe te spreken. In een vermakelijk gedicht vroeg hij Arjan waarom hij zo weinig ‘hing’ in ‘zijn’ Tollenshuis. Alles werd veilig bewaard in het depot. Tollens kwam tot de conclusie dat hij niet meer heilig was in Museum Rijswijk, maar nam toch zijn hoge hoed diep af voor de afscheid nemende Kwakernaak.
Marjan Otter is een ervaren conservator en docent aan de Reinwardt Academie. Daar waar Arjan als één van de eersten was afgestudeerd. Een academie waar zij studenten opleidt in het beheren en behouden van cultureel erfgoed. Marjan had intensief contact met Arjan. Hij zorgde ervoor dat haar studenten proef mochten draaien in het Museum Rijswijk. “De manier waarop Arjan dat doet is heel erg inspirerend.”
Tenslotte was er het woord voor de kleinzoon van Otto Kriens. Otto woonde en werkte vanaf 1905 in Rijswijk en was lid van de Verenigde Rijswijkse Kunstenaars. Schilderijen van hem hangen in het Museum Rijswijk of zijn in particulier bezit. Otto Kriens stierf op 56-jarige leeftijd. Arjan had deze Otto nog gekend en ook nu had hij veelvuldig contact met de kleinzoon. Deze kwam een schets aanbieden die zijn opa nog had gemaakt!