Terugblik Anne op de CPC

Afgelopen zondag liep ik bij de CPC Loop in Den Haag op de halve marathon naar 1.10.39, goed voor een eerste plek bij de Nederlandse vrouwen en derde in totaal. In deze blog neem ik jullie mee in de voorbereiding richting de race en in het raceverloop zelf.

Bezoek aan PUMA

Waar te beginnen, waar te beginnen… Misschien maar op vrijdag, de dag dat ik vanuit Arnhem richting het westen vertrok voor de CPC Loop. Met eerst nog een kleine tussenstop in Leusden, bij het hoofdkantoor van PUMA. Dat is sinds kort mijn sponsor, en daar ben ik natuurlijk ontzettend blij mee! Het was inspirerend om nader kennis te maken met de mensen achter het merk, de showroom te bezoeken met de allernieuwste spullen en meer te leren over de historie van PUMA. Ik ging met een grote tas vol kleding en schoenen weer weg, met daarin onder andere mijn spiksplinternieuwe racetenue. Net op tijd voor zondag!

Daarna ging ik door naar Rijswijk. Ik ben zo’n 4 kilometer van de start van de CPC Loop opgegroeid, het voelt voor mij dus als een thuiswedstrijd. Met mijn moeder op de fiets aan mijn zijde liep ik vrijdagmiddag een rondje los, gevolgd door enkele versnellingen. In tegenstelling tot de afgelopen weken, toen ik vanwege mijn marathonvoorbereiding hogere kilometerweken heb gedraaid dan ooit tevoren, heb ik deze week voor mijn doen echt weinig gelopen. Ik was toch wel lichtelijk teleurgesteld met mijn tijd bij het NK 10 km in Schoorl (33.06 min). Ik had toen in de trainingen het gevoel dat ik beter was dan ooit, maar het resulteerde niet in een PR. Een van de oorzaken was misschien dat ik in de week ervoor toch nog iets te veel had getraind. Dat moest nu anders en dus ging deze week het gas er echt af. En als ik eenmaal in tapermodus zit, dan geef ik me er ook echt aan over en is eigenlijk elke training er één te veel. Ik vraag me dan altijd af: hoe doe ik dit in een normale trainingsweek, al die kilometers draaien?!

De dag voor de race

Op zaterdag bracht mijn moeder me op de tandem naar het hotel. Ideaal! Niels Esmeijer kwam tegelijk aan. Hij had na Amsterdam aangegeven dat hij me wel vaker wilde hazen, bijvoorbeeld bij de CPC. Nou, daar zei ik natuurlijk geen nee tegen! We zijn direct een rondje gaan loslopen om bij te praten en ons raceplan te maken. De benen waren goed, maar er stond wel redelijk wat wind. Een aandachtspunt voor onze plannen.

Oorspronkelijk wilde ik de wedstrijd ‘conservatief’ aanpakken. Schoorl had me toch wel een deukje in mijn zelfvertrouwen opgeleverd en ik durfde er niet vanuit te gaan dat ik wel even 3.20 per kilometer zou kunnen draaien. Het plan was dus om te starten rond de 3.22/km (tempo 1.11 laag). Dan zou ik, als ik me goed voelde, later altijd nog kunnen versnellen. Dat bleek echter niet handig in combinatie met de wind, want het eerste deel van het parcours zouden we wind mee hebben. Dus besloten we toch maar te starten rond de 3.18/km, waarmee we in de tweede helft tegenwind wat verval konden hebben en toch nog kans zouden maken op die zo felbegeerde sub 1.11.

We waren net op tijd terug van ons rondje voor de technische meeting. De meeste grote wedstrijden hebben zo’n meeting, waarbij de topatleten worden meegenomen in alles van het weerbericht tot het parcours en de hazen van dienst. Verschillende andere dames waren ook benieuwd naar ons raceplan en besloten zich bij ons aan te sluiten. Het leek een gezellige boel te gaan worden!

Racedag

Veel atleten vinden het niet fijn om pas om 14.00 uur te racen. Want wat doe je dan daarvoor? Ik moet zeggen, ik heb daar geen last van. Ik vermaak me altijd prima! Ik heb eerst lekker uitgeslapen en ben rond half 9 gaan ontbijten met Niels en enkele andere atleten. Dan moet je heel suf alle lekkere dingen van het hotelbuffet aan je voorbij laten gaan, want iets anders eten dan je gewend bent op de ochtend van een belangrijke race is natuurlijk niet zo verstandig. Ik hield het dus bij melk met muesli en twee witte boterhammen met scrambled eggs (dat dan weer wel) en vruchtenhagelslag.

De tijd tot de lunch vulde ik met het opschrijven van mijn raceplan en het klaarmaken van mijn racetas. Om half 12 zat ik alweer aan de witte boterhammen met vruchtenhagelslag, al gingen die er nu een stuk minder makkelijk in dan in de ochtend en was ik een stuk minder spraakzaam, want ik was nerveus!

Ik begin altijd een uur van tevoren met mijn warming-up: cafeïne-pillen naar binnen, activatie-oefeningen en dan 20 minuten inlopen met de laatste 3 minuten wat harder. Dan een beetje rekken en loopscholing, wisselen naar snelle schoenen en nog wat versnellingen. Nog een gelletje naar binnen, achter de lijn gaan staan en klaar!

De wedstrijd

Het startschot ging en we waren weg. Ik voelde dat ik goede benen had. De eerste kilometer loop ik altijd op gevoel, daarna nestelde ik me netjes achter Niels. Op 5 kilometer kwamen we net boven de 16.30 door (vooral door een snelle eerste kilometer): so far, so good. We waren met een enorme groep met zoals verwacht ook een aantal andere vrouwen. Vorig jaar viel de groep al voor halverwege helemaal uiteen, maar daar was nu geen sprake van. Zelfs op het einde van de race liepen we nog met rond de 10 lopers samen! Best een luxe natuurlijk.

Na het 5km-punt kwam ik wat meer in het midden van de groep te lopen in plaats van voorin. Voor Niels wel wat lastiger om in te schatten hoe het met me ging, maar ik vond het wel even lekker zo. Een andere man, Maikel Stolwijk, hielp ook met tempo maken. Super lief! Jacelyn Gruppen, een van de andere Nederlandse vrouwen, zat nu wat meer van voren dan ik. Richting het 10km-punt werd het wat chaotisch met een scherpe 180 graden bocht, drankposten en een stuk parcours dat wat minder lekker liep (geen asfalt). Net na 10 kilometer (doorkomst 33.20, laatste 5km in 16:45) was ook het punt dat ik mezelf had overtuigd dat ik nu toch echt mijn gel naar binnen moest gaan werken, die ik tot dat punt in mijn sport-bh had geparkeerd. Best een beetje een struggle op 18km/uur, maar ik moest de gel van mezelf helemaal opeten om te voorkomen dat ik later in de race met een energietekort zou komen te zitten.

En ja, toen ik weer aandacht had voor de race, toen was onze gigantische groep in twee kleinere groepen uiteen gevallen. Jacelyn zat in de voorste groep, en ik niet. Oeps. Toen ben ik de achtervolging gaan inzetten. Het duurde wel een aantal kilometer voordat het lukte de groep weer bij te halen. Ik had afwisselend momenten dat ik heel lekker liep en momenten dat ik toch niet helemaal mee kon met de hazen (inmiddels was er zowaar nóg een loper, Alex, die meehielp met tempo maken!). Uiteindelijk lukte het ons kort voor 15 kilometer om het gat te overbruggen. Ik kon even herstellen. Maar niet lang, want op 15 kilometer bleek dat we wel wat tijd hadden verloren en dat we door moesten gaan lopen om nog onder de 1.11 te eindigen (doorkomst 50.18, laatste 5 kilometer in 16:57). Het schuilen in de groep had me blijkbaar goed gedaan, want ik voelde dat ik nog energie had en omhoog bij de pier besloot ik de aanval in te zetten. ‘Ja, gaan, gaan!’ schreeuwde ik tegen Alex en Niels. We stortten ons naar beneden richting het Kurhaus en toen verder naar beneden richting het Malieveld.

 Je kunt hier de finish haast ruiken, ook al wist ik dondersgoed dat het nog 4 kilometer was. Ik kreeg in eerste instantie een stoot zelfvertrouwen en energie dat het me lukte te versnellen, maar toen het parcours stopte met naar beneden gaan en ik nog twee ellendige kilometers te gaan had tot ik links naar de finish mocht afbuigen, werd het toch wel heel erg zwaar. Ik dacht eigenlijk dat ik haast iedereen had losgelopen, maar toen kwamen er toch nog wel heel wat mannen over me heen die nog net iets meer over bleken te hebben dan ik!

Richting de finish gaf ik alles. Superblij met mijn tijd van 1.10.39 (kwalificatie voor het EK in Rome in juni en een dik PR), mijn eerste plek bij de Nederlandse vrouwen en als bonus ook nog het podium op omdat ik derde in totaal was. En ik was niet de enige die goed gelopen had: mijn broertje liep met 1.30.13 een PR van 2 minuten. Dubbel feest in Huize Luijten dus!

Na de race

Direct na de race kwam er iemand van de Dopingautoriteit naar me toe. Ik was weer aangewezen voor in-competition-testing. Inmiddels ken ik de procedure: zowel bij de Halve van Egmond als in Schoorl was ik ook ‘de pineut’ (ik zie het maar als een groot compliment, want meestal worden alleen de podiumlopers geselecteerd). Vanaf het moment dat je aangewezen bent, volgt een ‘chaperone’ van de Dopingautoriteit je waar je ook heengaat. Maar ja, wij wilden toch wel erg graag uitlopen terug naar het hotel. Dus daar gingen Niels en ik, met de chaperone joggend achter ons aan! Toen kwamen we met een betere oplossing: Nick doneerde zijn fiets en rende met ons mee, zodat de chaperone op zijn fiets achter ons aan kon. Dus daar gingen we, dwars door Den Haag, ik nog met mijn bloemen en beker in de hand. Het was een hele vertoning! Het had wel als groot voordeel dat ik als eerste bij het hotel was en dus ook als eerste kon plassen (na eerst snel een heel aantal flesjes water en AA drink achterover gegoten te hebben!). Dat ging maar net goed, want ik had PRECIES de vereiste 90 milliliter. Gelukkig maar, want anders had ik zomaar nog een uur kunnen wachten voor een tweede poging! Ik zal jullie de verdere details besparen.

Tot zover mijn belevenissen! Een dag later ben ik nog steeds ontzettend blij met mijn race, maar ook wel een beetje brak. Als ik echt maximaal ben gegaan, zeker bij een wat langere afstand, dan voel ik me een dag later nooit zo heel goed. Moe van de wedstrijd en van alle emoties die erbij komen kijken. Snel naar bed dus maar, want de komende weken moet ik gewoon weer kilometers draaien!

Deze artikelen heeft u misschien gemist