Slachtoffers herdacht bij oorlogsmonument aan ’t Haantje

Op maandag 7 oktober zijn bij het oorlogsmonument de tien slachtoffers herdacht die op deze datum in 1944 door de Duitse bezetter werden gefusilleerd op de spoorwegovergang. Dat gebeurde als wraak voor een sabotageactie. Deze tragische gebeurtenis in Rijswijk is alweer 80 jaar geleden, en dat terwijl in die periode het zuidelijke deel van Nederland al was bevrijd.

Het is mooi om te zien dat kinderen betrokken worden bij de herdenking. Dit waren de leerlingen van Kindcentrum Buitenrijck. Een van de leerlingen las een gedicht voor die zij zelf had geschreven
(het gedicht is elders op deze website te lezen). Het Kindcentrum heeft, zoals bekend, dit monument geadopteerd.

Vervolgens lazen twee kinderen de 10 namen voor van de slachtoffers: F. Britzel, W.R.H van Golberdinge, C.D. van ’t Hof, R.F. Koopmans, K. de Vries, H. Stavast, P. Stavast, J.A.A.M. de Waal,
H.G. Schram, P. Bogaard

Burgemeester Huri Sahin
“Precies 80 jaar geleden werden hier, op de plek van dit oorlogsmonument aan ’t Haantje, tien mannen doodgeschoten. In de open lucht, door de bezetter. Zonder vorm van proces, zonder dat zij schuldig waren. Doodgeschoten vanwege een verzetsdaad waar zij niets mee te maken hadden. Doodgeschoten om de Rijswijkse bevolking en de omgeving af te schrikken. Kunt u het zich voorstellen?
Dat kunnen wij niet. Gelukkig niet. Wij leven namelijk al 80 jaar in vrijheid. Al 80 jaar zijn wij vrij en is er vrede in ons land. Dit jaar 2024 en vooral in 2025 staan wij daar uitgebreid bij stil. In Rijswijk worden er diverse extra herdenkingen en vieringen georganiseerd vanwege de vrijheid die wij al 80 jaar hebben. Wij herdenken de mensen die hun leven gaven voor onze vrijheid. Wij herdenken hen die in onvrijheid zijn gestorven.”

Opvallende ontdekking
In het kader van 80 jaar vrijheid is het hele oorlogsverhaal van de gebeurtenissen hier bij ’t Haantje uitgeschreven door Jilt Sietsma, Rijswijker en lid van de werkgroep 80 jaar vrijheid in Rijswijk. Hij heeft het verhaal en een aantal opvallende details uitgezocht.

Een van die opvallende details is de volgende. In de bekendmaking die de nazi’s publiceerden om de fusillade openbaar bekend te maken stond dat er 12 mensen zouden zijn doodgeschoten. Dat waren er echter 10. Hoe komt dat? Na de sabotage van het spoor door het verzet op 6 oktober, kwam het bevel om als vergeldingsactie 15 mensen dood te schieten. Twee SS’ers hebben na dat bevel een lijst gemaakt met daarop 12 mannen, zogenoemde Todeskandidaten. Dat waren gevangenen die ter dood veroordeeld waren. Zij werden niet direct geëxecuteerd, maar gevangen gehouden om doodgeschoten te worden bij een ‘geschikte gelegenheid’, bijvoorbeeld als vergelding na een sabotageactie of aanslag.


Een van de SS’ers, Hans Munt, heeft daarna nog twee namen van de lijst afgehaald. Hij dacht dat er met tien ook wel genoegen genomen zou worden door de bevelhebber van het Duitse leger. Dat verklaart het verkeerde aantal in de bekendmaking. Er staat nog een fout in de bekendmaking, namelijk dat de mannen door een Polizeistandgericht, een door de bezetter ingestelde vorm van snelrecht, ter dood waren veroordeeld. Dat klopt niet, want die bestonden niet. Zij waren zonder proces veroordeeld. Zij waren het slachtoffer van willekeur boven recht. De Duitsers vonden het namelijk niet belangrijk en zelfs inefficiënt om de daders van sabotageacties, zoals die van het spoor bij ’t Haantje, op te sporen en te bestraffen. Het ging niet om het doodschieten van de juiste man. Het ging hen om een zo groot mogelijk afschrikeffect. Het ging hen om het vergroten van de angst onder de mensen.

Nabestaanden op de Herdenking
Er waren nabestaanden aanwezig van de mannen die op 7 oktober 1944 werden doodgeschoten. Robbert Vink vertelde het verhaal van Roland van Golberdinge wiens naam op het monument staat. Robbert Vink is een vriend van de familie Van Golberdinge en vertelde het verhaal zoals dat is opgeschreven door de broer van Roland van Golberdinge. Robbert Vink vertelde daarna bij het monument het verhaal van Roland van Golberdinge, een van de tien gefusilleerde mannen. Roland was tijdens de Tweede Wereldoorlog werkzaam als radiotechnicus en actief bij het verzet in Den Haag. Hij was op 29 september 1944 opgepakt en gevangen gezet in het Oranjehotel. Als vergelding voor de sabotage van het verzet, werd hij op 7 oktober samen met 9 andere mannen doodgeschoten. Roland werd 29 jaar en liet zijn vrouw Maria en zijn zoontje Elio van 8 jaar achter.

Na het taptoe-signaal, verzorgd door muziekvereniging Forum Hadriani, werd er 1 minuut stilte gehouden. Daarop volgde de kranslegging. Burgemeester Huri Sahin legde samen met VVD-raadslid Jordy Loof een krans bij het monument. Ook de nabestaanden en de kinderen van Kindcentrum BuitenRijck legden bloemen. Vervolgens legden verschillende organisaties uit Rijswijk en de regio bloemen bij het monument. De herdenking werd afgesloten met een defilé, waarbij alle aanwezigen langs het monument konden lopen.

Burgemeester: ‘Ook in Rijswijk merken we dat er onvrijheid is’
“Wanneer wij stilstaan bij de vrijheid door de slachtoffers te herdenken, beseffen wij ons dat er vandaag de dag nog steeds onvrijheid is in de wereld. 7 oktober is in dat opzicht sinds vorig jaar wereldwijd een ingrijpende datum geworden. Sindsdien is er in het Midden-Oosten een conflict gaande, dat steeds groter wordt en waardoor er vreselijk veel menselijk leed is. Vandaag denken wij ook aan alle mensen die daar en elders in de wereld in onvrijheid leven. In onze Rijswijkse samenleving merken wij ook dat er onvrijheid is. Het raakt mij als inwoners zich onvrij of onveilig voelen. Het raakt mij dat wij al 80 jaar in vrijheid leven, maar dat lang niet iedereen écht vrij is. Om ervoor te zorgen dat iedereen echt vrij is, moeten wij naar elkaar omkijken. Elkaar helpen, met elkaar praten. Samen onze problemen oplossen. Dat kan ín vrijheid, maar dat moet ook vóór onze vrijheid. Want echte vrijheid hebben en houden we alleen samen. Laten wij die vrijheid behouden door ons daar iedere dag voor in te zetten. Laten wij daarbij denken aan de offers die deze tien mannen hebben gebracht, 80 jaar geleden. Opdat wij nooit vergeten.”

Redactie en foto’s: René Marquard

Deze artikelen heeft u misschien gemist