Nooit winnen, wel meespelen – Minks wekelijkse column

Zo eens in de paar weken ga ik met Marcel biljarten. Marcel ken ik van het stapcircuit uit vroeger tijden. Tis een goede vriendschap met een gezonde competitiedrift, zoals vrienden dat nou eenmaal vaak met elkaar hebben.

Die competitiedrift gaat zo ver dat ik onder een partijtje stoeien een keer een scheurtje in mijn rib opliep. Dat is pijnlijker dan een gebroken rib. Neem dat nou maar gewoon van een ervaringsdeskundige aan. Pijnstillers, die helpen.

Nou zag ik hem een poos geleden een beetje gedrongen, voorovergebogen lopen. ‘t Zou toch geen Parkinson zijn. Heb mijn mond maar gehouden. Zoiets laat ik dan op z’n beloop. Als het zo is hoor je
het vanzelf. Een week of twee later komt Marcel binnen en vertelt me dat de diagnose Parkinson bij hem is vastgesteld. “Das mooi klote, en nu?” vraag ik hem. “Nou ja, het kan voorlopig best nog wel meevallen, je moet het accepteren. Er zit eigenlijk niets anders op”. We gaan gewoon door waar we
gebleven zijn.

Dus blijven we zoals gewoonlijk onze gezonde competitie voeren. Dat doen we nog steeds op het groene laken. Ware het normaal slachtpartijen met verhitte blikken, zweetdruppels op voorhoofden en tongpunten tussen knijpende lippen, gaat het nu een heel stuk gemoedelijker. We drinken een paar drankjes en keuvelen wat over het heden en verleden.

Eigenlijk gewoon twee oude(re;-)) mannen die, aan het biljart, lange periodes van gezapigheid afwisselen door zeer korte oplevingen van felheid.

Kijk mijn vriend heeft Parkinson, das een feit, maar er zijn ook voordelen. Tis voor hem wel lullig, maar ik kan alleen nog maar winnen, en das voor mij toch lekker meegenomen. Constante triomfen vallen mij te beurt. De ererondes om het speelveld zijn niet te tellen. Lekkah hoah. Hem laten winnen is onze eer te na, we gaan elkaar niet in de maling nemen.

Met Parkinson raak je verstard, dus de zweepslag vanuit je pols, die bij dit spel onmisbaar is, kan hij niet goed meer creëren, vandaar zijn verliezen. Hem voorgesteld om alleen wat te gaan drinken, neen hij wil gewoon biljarten. En nu de laatste keer, een wonder. Marcel wint, ik vond het nog leuker
dan hij. Het hosanna en de ereronde waren nu voor hem. Het was top, totdat hij quasi sarrend zei dat ik nu wel had verloren van iemand met Parkinson, das erg vals.

Volgende keer nóg maar beter mijn best doen, dat wat Marcel altijd doet. Winnen van Parkinson kan niet, maar je blijft wel gewoon meespelen, toppah.

Tekst: Mink Out. Nieuwe bundel: De kunst van het kijken 2, is uit. Voor sint en kerst binnen, leuk cadeau bestellen? : www.conckshop.nl

1897 The Billiard Party. Pierre Georges Jeanniot (1848 – 1934)

Deze artikelen heeft u misschien gemist