Column: Onbezorgd buitenspelen

Overal om me heen is het nat. Ik loop langs het water, door plassen heen en de regen plenst op me. Het waait ook nog eens behoorlijk hard. En daar loop ik; sportkleren aan, warme jas eroverheen en een pet op. Ik ben nog geen tien minuten onderweg en nu al doorweekt.

Normaal gesproken zou dit weer me tegenhouden om naar buiten te gaan. Het is de laatste dag van de kerstvakantie en we hebben de hele dag binnen gespendeerd. Behalve mijn zoon. Door weer en wind is hij langs de deuren gegaan om kerstbomen op te halen en in te leveren voor een lootje. Er is wat te winnen dus niks houdt hem tegen. Met dezelfde spirit ben ik op pad gegaan. Zonder kans op een Playstation 5, maar er valt wel wat anders te winnen.

De behoefte aan beweging en headspace was groot genoeg om mezelf de deur uit te krijgen. Zonder plan stap ik naar buiten. Ik zie wel waar ik uitkom. Al gauw kom ik erachter dat ik iets te laat ben vertrokken, want het wordt al donker. De onbekende route is er ook één van het verlaten
soort dus ik besluit mijn live-locatie te delen met het thuisfront. Er zijn geen mensen op straat. Wel kale kerstbomen wachtend om opgehaald te worden. Een beeld dat me doet denken aan vervlogen tijden. Ik gluur bij wat huizen naar binnen waar het er knus en gezellig uitziet. Tijdens de vakantie heb ik soortgelijke foto’s ontvangen van Buurtgezinnen die de feestdagen samen hebben gevierd. Het geeft me een warm gevoel. Even verderop drijven er heerlijke geuren door de lucht. Er is iemand aan het koken. Het ruikt naar vroeger.

In mijn jeugd speelde ik heel veel buiten. Met alle kinderen uit de wijk, jong en oud, vulden we onze dagen met spelletjes als “politie en boefje, stand in de mand en spioneren”. Meer hadden we niet nodig. We speelden urenlang tot we werden geroepen voor het eten. Ik denk regelmatig terug aan die tijd zonder zorgen en verantwoordelijkheden. Gewoon onbezorgd kind zijn. Een stukje jeugdsentiment wat ik meedraag. “Vroeger was alles beter”, spookt er weemoedig door mijn hoofd. Ineens voel ik me oud. Ik
hoop dat mijn kinderen later terugkijken op hun jeugd met dezelfde gevoelens. En meer nog hoop ik dat later alles nog beter is, want de toekomst voelt onzeker met alle ellende en uitdagingen van deze tijd.

Mijn woonwijk komt weer in zicht. Lopen zonder plan heeft het voordeel dat ik niet weet hoe lang de route exact is. Zo pak ik steevast meer kilometers dan ik anders zou doen. Ik check mijn telefoon en zie 7
kilometer en meer dan 10.000 stappen op de teller staan. Eenmaal binnen schop ik mijn schoenen uit. Mijn sokken zijn doorweekt. “Hoe was het?” wordt er gevraagd. ‘Heerlijk’, antwoord ik terwijl ik aanschuif aan tafel.

Sanne van Dooremaal
Coördinator Buurtgezinnen Rijswijk

Deze artikelen heeft u misschien gemist