Hebben jullie dat nou ook? – Minks wekelijkse column

Mink Out is kroegbaas van de Conkelaer in Voorburg op de grens van Rijswijk, maar ook kenner van het Haagse leven in alle facetten en tevens columnist. Foto: Frank Jansen

Ik heb goddank geen fatale gezondheidsissues, maar naargelang de jaren klimmen, klimmen ook mijn verouderaars gluiperig mee.
Af en toe zijn een bloedtestje voor de zekerheid of een pilletje voor het remmen der verschijnselen geen overbodige luxes.
Nou zit mijn apotheker in het Westeindeziekenhuis of wat u wilt het HMC.
Zo’n bliksembezoek is altijd een klein feestje door de zalige, ongezonde saucijzenbroodjes en appelenveloppen geserveerd door o.a. mijn buurvrouw.
Ik trek een nummertje, haal de heerlijkheden, om smakelijk genietend te wachten tot mijn beurtnummer op het digitale beeldscherm verschijnt.
Als ik aan een grote tafel plaats wil nemen zit Arthur, een gedegen cafébaas in ruste, er ook. Respectvol geven we elkaar een hand. Hij begeleidt Koos die net een flinke zak medicijnen uitgelegd krijgt door een aardige apothekeres.
Koos weet door zijn veelvuldig innemen de gebruiksaanwijzing uit zijn hoofd, maar toch staat deze ongesluierde meid van Noord-Afrikaanse origine op een goede uitleg. Als dankwoord zegt Koos tegen het dienstverlenend schatje:
“Ja, ik ben Nederlander, ik kan heus wel Nederlands lezen hoor”. Het was een beetje een jammertje, zo keken Arthur en ik elkaar ook aan, laat maar zitten.
Arthur en Koos gingen. Ik wachtte geduldig af, keek naar de onophoudelijke stroom van mensen die, als in een soort van defilé, aan mij voorbij ging.
Dikke (of moet ik zeggen grote), dunne (of is dat dan weer kleine), lelijke (nu heb ik mijn punt wel gemaakt toch:-), mooie, oude, en jonge mensen. Dokters, beveiligers, verpleegsters, schoonmakers, cateringmedewerkers, eva.
En dan die diversiteit van de bevolkingsgroepen, er was hier zat te zien.
Deze parade bekijken beviel me steeds meer. Ik vormde ook heimelijk een mening over de voorbijgangers waar ik denkbeeldig bij stilstond, eigenlijk zonder dat ik het aanvankelijk van mezelf door had.
Zo van, die zal zo te zien wel niet zo lang meer hebben, uiteindelijk was het toch een ziekenhuis. Of zo van die zal het wel met iedereen doen, dat straalt ervan af. Waarom neemt die moeder dat jengelkind niet onderhanden.
Die kleine vrouw zit op zeker bij die gouwe hoektand macho onder de plak.
Heimelijk zo’n mening vormend bleef ik wel vriendelijk glimlachen, farizeeër. Ik had ook wel wat positieve meningen, maar toch. Was ik nou alleen zo’n engbek die bij eenieder wat te zeiken had of hebben jullie dat nou ook?

Tekst: Mink Out. Bundel verkrijgbaar op: www.conckshop.nl

1885-86 The umbrellas. Pierre-Auguste Renoir

Deze artikelen heeft u misschien gemist