Column: Harde Landing

De gemeente Rijswijk heeft bakzeil gehaald. Bakzeil in de door de gemeente aangespannen rechtzaak tegen de Stichting Beheer Exploitatie Sportfaciliteiten op Sportpark Irene. De gemeente was “het gedoe” tussen deze Stichting en voetbalclub Celeritas beu en koos, plompverloren, partij voor deze, tot hun komst naar het Rijswijkse Sportpark Prinses Irene, voormalig Haagse voetbalclub.

Het besluit van de gemeente om een kort geding te voeren was geen briljante aanpak. Het zou verstandiger zijn geweest om eerst serieus met elkaar aan tafel te gaan, in plaats te kiezen voor deze rechtsgang. Zonder in detail te treden, de gemeente kon het spoedeisende en urgente belang van de voorgenomen opzegging van het opstalrecht, volgens de rechter niet aan tonen.

Voor niet ingewijden, opstalrecht betekent in dit geval “gebouwd eigendom op grond die eigendom is van de gemeente.” Daarvoor heeft de gemeente via notariële akte toestemming gegeven. Door de verkoop door de gemeente van de opstallen, werd een ondernemer eigenaar van die opstallen. Die opstallen behelzen een grote sportkantine, kleedkamers, het scorebord, de grote tribune, het loket-huisje en diverse sportmaterialen, zoals losse voetbaldoelen. Omdat deze formule ook elders in Rijswijk wordt toegepast (Sportpark Hoekpolder) verlangde de gemeente wel dat voor de uitvoering van het beheer (verhuur velden, kleedkamers gebruik kantine etc) hiervoor een stichting in het leven zou worden geroepen. Voor de hoogte van de veldhuur werden ook goede afspraken gemaakt. Tussen de stichting en de voetbalclub werden ook nadere afspraken gemaakt. Gedurende de Corona periode nam de stichting, ook conform gemaakte afspraken, alle vaste lasten voor haar rekening. Daarnaast zijn er door de eigenaar vele investeringen gedaan om de eigendommen in goede staat te houden of te brengen.

Het moge duidelijk zijn dat de eigenaar van de opstallen, die het voetbal in Rijswijk graag verder wilde helpen toen voetbal op Sportpark Irene zo abrupt verdween, daar geen geld op wil toeleggen. Zo is het net zo min nodig dat hij, eigenaar van een florerend bouwbedrijf, er zijn broodwinning van zou willen maken. Intendeel. Wel is de – inmiddels 70 jarige – bevlogen van de voetbalsport. Maar ook is hij begaan met de ouder wordende, dikwijls vereenzaamde, medemens. Mede daarom organiseert hij al langer regelmatig terugkerende sociale openbare evenementen in zijn sportkantine. De maandelijkse bingoavond is zo’n druk bezocht evenement. Sociaal gebruik van het clubgebouw is ook iets dat de gemeente graag ziet gebeuren. Naast de (voetbal) sport, ook meer gebruik van zo’n locatie voor en door groeperingen uit de Rijswijkse samenleving. Zo willen stichting en de gemeente graag dat het gebouw “Het clubgebouw van de Toekomst” zal zijn. Een uitvoerige wens die destijds enkele malen door de burgemeester als ook door de toenmalige wethouder sport Lugthart, werden onderstreept in toespraken tijdens officiële startmomenten op de locatie.

Bovenstaande in acht nemende, gevoegd bij het feit dat je een partij die jou als gemeente kan ontzorgen; die er voor zorgt dat je tijdig je rekeningen betaald krijgt; die er voor zorgt dat je niet hoeft op te draaien voor mankementen aan de gebouwen; dat dit dus ook een besparing in personele kosten oplevert, maakt het toch volstrekt onlogisch dat je zo’n partij als “lastig” meent te moeten wegzetten en de wacht aan te zeggen? Naar verluidt zou er op basis van gedane taxatie van de opstallen, sprake zijn van een enorme schadeclaim. Menig gemeente zou, gezien de huidige financiële positie van vele gemeenten, graag in zee gaan met zo’n ondernemer in plaats van deze te tarten.

Met de ‘Harde Landing’ van de gemeente Rijswijk in deze zaak, heeft de rechtbank daar misschien ook nog wel oog voor gehad. Laten we hopen dat de gemeente van deze dure en heilloze weg terugkeert en zich nu wel wil houden aan eerder opgewekt vertrouwen en gemaakte afspraken.

Dick Jense

Deze artikelen heeft u misschien gemist