Column Anne Luijten: “Boven alle verwachtingen derde Nederlandse, wat een feest!”

Afgelopen zondag stond ik aan de start van de halve marathon bij de CPC Loop in Den Haag. Ik ben vlakbij, in Rijswijk, opgegroeid, dus het voelde een beetje als een thuiswedstrijd. Als jong meisje liep ik hier vaak de 5 kilometer. Toch was de laatste keer alweer in 2012 (!), op mijn 17e, toen ik als eerste over de streep kwam (in 17.41 min). Het werd dus de hoogste tijd om daar een vervolg aan te geven!

In overleg met John, mijn trainer, had ik flink gas terug genomen in de week voor de wedstrijd. Dat kon ik ook wel gebruiken, want ik had drie weken achtereen meer dan 160 kilometer per week gelopen. Ik moet zeggen, het kwam mij niet heel verkeerd uit dat ik nu net in een week met zo’n zeldzaam vies weer weinig hoefde te lopen! Brrr wat was het koud en nat.

Op vrijdag ging ik na het werk alvast richting Rijswijk. Zaterdag scheen ineens het zonnetje en liep ik samen met mijn broertje (die ook de halve marathon ging lopen) heerlijk de beentjes los rond de Vliet. ’s Middags ging ik naar het hotel in Den Haag. Daar hadden we om 17 uur de technische meeting. Daarin wordt iedereen bijgepraat over de weersomstandigheden, de procedure rond de start, de tempomakers, op welk schema er gestart zou worden, et cetera. Bij de Nederlandse dames was er redelijk wat onrust, want niemand had tempomakers mee en er zou veel wind gaan staan. Niemand wilde het risico lopen al vroeg alleen te komen zitten en er werd dus volop bij elkaar geïnformeerd wat ieders plan was. Ik zelf ging er vanuit dat er waarschijnlijk wel genoeg mannen zouden zijn om mee samen te werken. Het plan was om kilometers rond de 3.25-3.30 te lopen. Dat zou dan ongeveer uitkomen om 17.15 per 5 kilometer, waarmee ik een tijd rond de 1.13 laag / 1.12 hoog hoopte te lopen. Of toch in ieder geval een verbetering van mijn tijd van een jaar geleden (1.14 laag).



Net als in Schoorl moesten we op de dag van de wedstrijd lang wachten tot de start: die was pas om 14.30 uur. Ik zit daar niet zo mee, ik verveel me niet zo snel. Ik vind het stiekem zelfs wel lekker om een beetje te luieren en niks te hoeven. Waar ik wel mee zat was wat ik precies zou gaan eten voor de race. Een jaar geleden, bij mijn debuut halve marathon in Nijmegen, kreeg ik tijdens de race honger. Vanaf 15 kilometer kreeg ik visioenen van cola en andere suikerige drankjes… Ik kan je vertellen, dat loopt niet heel lekker meer! Dus at ik dit keer 2,5 uur voor de race nog 4 witte boterhammen met vruchtenhagelslag en jam. Vlak voor de start had ik een gel met cafeïne en ik nam er ook nog 1 mee in mijn broekje voor onderweg.

Na het startschot was het in de eerste kilometers zoeken naar een plekje in een groep. Dat lukte aardig. Op 2 of 3 kilometer had ik door dat we eigenlijk te hard liepen (ik heb op mijn horloge altijd het kilometersignaal aanstaan). Maar verder naar achteren zakken zou betekenen dat ik uit het groepje zou ‘vallen’ met het risico alleen tegen de wind in te moeten ploeteren. Ik voelde me sterk en ontspannen, dus dan liever wat te hard en uit de wind. Op 4 kilometer stond mijn zusje plotseling met een groot spandoek, erg leuk. Ook door andere familieleden en vrienden werd ik volop aangemoedigd.

De 5 kilometer kwam ik door onder de 17 minuten, te hard, maar ja. Daarna gingen de kilometertijden van de groep wat meer richting wat ik oorspronkelijk van plan was (3.25-3.29), prima. Ruim voor de 10 kilometer viel de groep eigenlijk al uiteen in allemaal eenlingen. Dat was op zich niet heel erg, het stuk met de tegenwind hadden we al gehad. De 10 kilometer kwam ik door net boven de 34 minuten, prima. Toen moest ik mezelf aanmoedigen toch echt mijn gel te eten. Het was niet echt fijn, maar ik heb een halve gel naar binnen gekregen en heb er geen last van gehad (en ook geen honger!), dus dat experiment was ook weer geslaagd.

Ondertussen keek ik uit naar 13 kilometer, want daar zou mijn familie weer staan. Ik kreeg behoorlijk wat mee van wat er langs de kant gebeurde, erg leuk. Daarna op naar Scheveningen en de pier af. Groepjes waren er allang niet meer. Hier stond mijn vader klaar met zijn fiets, het laatste stuk kon hij fijn meefietsen en me vanaf de zijlijn aanmoedigen.



Toen ging de route terug langs Madurodam richting de finish. Af en toe draaiden we weer behoorlijk de wind in en dat was zwaar, maar voor de rest ging het nog wel. De laatste volle kilometer duurde voor mijn gevoel eindeloos (en was de langzaamste van de hele race!), maar toen kwam toch eindelijk de bocht naar links en kon ik nog 200 meter, al sprintend, mijn prestatie vieren. 1.12.10 en derde Nederlandse, boven alle verwachtingen, wat een feest! Op naar Rotterdam!

Deze artikelen heeft u misschien gemist