Column: Kranswacht
Binnenkort is het weer 4 mei en dus tijd voor de jaarlijkse herdenking van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Ook in Rijswijk wordt daar elk jaar aandacht aan geschonken door kransleggingen op meerdere plekken in Rijswijk. De belangrijkste herdenking vindt plaats bij het monument bij het oude raadhuis in Park Hofrust.
Bij de publicatie van het programma voor dit jaar moest ik meteen denken aan de vreselijke gebeurtenissen bij het monument in de nacht van 4 op 5 mei vorig jaar. Idiote en respectloze vandalen vernielden de kransen en gooiden neergelegde bloemen en de kapot gemaakte kransen in de vijver. Je vroeg je meteen af wie dit had gedaan en hoopte dat de daders snel gepakt konden worden en bestraft zouden worden voor dit respectloze gedrag. Maar wat ik ook meteen dacht: hoe voorkom je dit het volgend jaar?
En dat is natuurlijk de opdracht voor het College B&W om samen met de gemeenteraad en de politie maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. En dat is ook gebeurd las ik in de media. Het College heeft besloten dat de kransen ‘s nachts worden weggehaald en de volgende ochtend weer teruggelegd worden en overdag zal er extra toezicht zijn.
Maar voor sommige mensen is dit niet genoeg en men wil via een burgerinitiatief op vrijwillige basis het monument en de neergelegde kransen en bloemen gaan bewaken. De boosheid en het verdriet over de vernielingen vorig jaar kan ik heel goed begrijpen, maar het is niet goed dat burgers -en laat staan politieke partijen -de verantwoordelijkheid gaan nemen voor de openbare orde en veiligheid in onze stad. Die verantwoordelijkheid ligt bij het College van B&W en met name bij de burgemeester en daar hoort die ook!
Woordvoerder van het burgerinitiatief is Marc Weterings, fractievoorzitter van Rijswijks Belang. Ik waardeer hem zeer voor zijn inzet voor onze stad en de burgers. Maar hier gaat hij voor mij een stap te ver. Hij is een zeer actief en bevlogen raadslid, maar niet de plaatsvervangend burgemeester van Rijswijk. Hij kan het College in de raad aanspreken op hun daden en desnoods die daden afkeuren middels een motie van afkeuring of wantrouwen. Maar hij moet niet op de stoel gaan zitten van de bestuurders van onze stad, zeker niet als het gaat om de openbare orde en veiligheid. Dat is niet in het belang van Rijswijk.
Coen Sleddering
